Doorgaan naar hoofdcontent

The art of the deal


Waarom ik teken voor een goed boek met een zwarte bladzijde


De afgelopen dagen heb ik via Twitter veel mensen gesproken over het nieuwe regeerakkoord. Er zitten voor mij veel kanten aan, en omdat Twitter me ondanks mijn onbedwingbare drang om draadjes te maken nog niet van 280 karakters heeft voorzien, bij deze maar ouderwets een blog.

Full disclosure: ik ben een overtuigd ChristenUnie-lid, dat op economie en veiligheid aan de rechter- en op migratie en culturele issues aan de linkerkant van deze partij zit. Het zal je dus niet verbazen dat ik zonder meer enthousiast ben over een akkoord waarin belasting verschuift van inkomen naar consumptie, waarin defensie, klimaat en ontwikkelingssamenwerking worden versterkt, de strijd tegen illegale prostitutie en mensenhandel wordt opgevoerd, maar we niet moeilijk doen over een paar experimenten met legale wietteelt of over een overheid die me per sé in elke brief ‘meneer’ moet noemen.

Maar ik wil het over iets anders hebben. Ik vind het regeerakkoord van Rutte-III, los van de inhoud, in onze gepolariseerde maatschappij vooral een historisch akkoord. Waar in de hele westerse wereld de polarisatie hoogtij viert (met overwinningen voor extreemrechts, Trump, Brexit en van twee kanten steeds feller wordende identiteitspolitiek), is Nederland een akkoord gegund dat confessioneel en liberaal, conservatief en progressief, bij elkaar brengt. Een 'new deal' - 100 jaar na de pacificatie tussen liberalen en confessionelen in 1917. Dat is niet te onderschatten.

In zijn boek “Hoop voor een verdeeld land” staat ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers stil bij een heel aantal van de breuklijnen die door onze maatschappij lopen, en laat hij een weg zien om die te overbruggen. Dat deze visie en aanpak nu uitmonden in een coalitie waarin zelfs tegenpolen D66 en ChristenUnie samenwerken, vind ik uniek in onze steeds meer verscheurd rakende samenleving.

De kern van dit regeerakkoord zit voor mijn gevoel dan ook nog meer in de issues die er niet in worden opgelost, dan in de concrete maatregelen waar je voor of tegen kunt zijn. In plaats van elkaar de tent uit te vechten om medisch-ethische en identiteitsissues, is er een weg, een proces afgesproken: we weten niet waar het eindigt, maar zó gaan we ze met elkaar aan.

De Amerikaanse president Donald Trump presenteert zich als de grote ‘dealmaker’ (naar één van zijn boeken ‘The art of the deal’), maar in de kern gaat het daarbij steeds om de vraag: hoe krijg ik mijn zin, ten koste van de ander, met vijftig procent plus één? De ‘art of the deal’ die ik teruglees in het boek van Gert-Jan Segers, en waarvan ik de toepassing terugzie in de omgang met identiteitsgebonden issues in het regeerakkoord van Rutte-III, is een totaal andere. Dit gaat over de vraag: wetende dat we grote verschillen hebben, hoe vinden we daarin toch samen een weg, zonder elkaar kwijt te raken? Voor mij is dit besef, dat je samen een polis vormt en het dus altijd met elkaar moet zien te redden, de kern van politiek. Daarom ben ik ook pas later lid van de ChristenUnie geworden: toen we steeds meer ophielden getuigenispartij te zijn.

De andere kant van die medaille is ook: er waren geen opties meer. Het probleem in ons parlement is niet zozeer de veelheid aan partijen, maar veel meer de drive naar de extremen. De verontwaardiging boven het compromis. Het ‘gelijk hebben’ boven ‘een klein stukje van je gelijk realiseren’. Met PVV, SP, 50Plus, Dierenpartij (en Denk? FvD? GroenLinks?) is bijna een halve Kamer gevuld met partijen die nog nooit vuile handen hebben gemaakt, en dat ook nooit van plan lijken. Het ‘redelijke midden’ kán ook niet anders dan het samen doen.

Dat brengt me bij het laatste: de vraag of je dan elk compromis maar goed moet vinden – met name bij wat mij betreft een zwarte bladzijde in een verder erg goed boek: de paragraaf over migratie en asiel.

Ook hier zie ik veel om trots op te zijn: we gaan meer investeren in de landen van herkomst, we gaan statushouders niet laten verrekken in de bijstand maar ze daadwerkelijk op gang helpen met essentiële zaken als huis, verzekering en inburgering, en we gaan maatregelen nemen tegen landen die hun onderdanen weigeren terug te nemen. Mooi!

Ik heb alleen grote moeite met drie dingen die er óók staan, en die zich slecht laten uitruilen tegen het goede, omdat ze zich op een meer fundamenteel niveau bevinden: de toegang tot ons recht.

Het niet verbeterd krijgen van het kinderpardon hoort daarbij. Het overdragen van de asielprocedure aan ‘veilige derde landen’ hoort daarbij. Het inperken van de rechtshulp aan asielzoekers hoort daarbij. Alle drie principiële zaken die wat mij betreft niet uit te ruilen zijn. Eén onverteerbare status quo die onveranderd blijft, en twee moeilijk te slikken verslechteringen.

Ik denk aan mijn vrienden uit Egypte. Gevlucht omdat hun leven in gevaar is vanwege hun geloof. Hier in Nederland is het nog maar de vraag of ze het recht krijgen dat ze verdienen. Onder andere door de tegenwerking van een islamitische tolk in hun eerste asielzaak, waardoor cruciale informatie niet goed in hun dossier kwam.

Wat gebeurt er met mensen zoals zij als niet Nederland, maar het ‘veilige’ Jordanië hun zaak moet beoordelen? Een land waar Iraakse oorlogsvluchtelingen ongetwijfeld met veel hulp een plek kunnen vinden, maar waar fatwa’s uit Egypte niet stoppen bij de grens. Hoe bereiken zij überhaupt Europa nog?

Wat gebeurt er met mensen zoals zij als de IND nóg meer wordt gefaciliteerd om zaken af te raffelen, doordat de advocaat pas mag aanschuiven als het dossier al gevormd is, en doordat er in een herhaalzaak ook geen mogelijkheid tot gehoor meer is? Asieladvocaat Wil Eikelboom waarschuwt hier in het Nederlands Dagblad terecht tegen.

Hoe krijgen echt bedreigde groepen, zoals christenen en homoseksuelen, in deze situatie nog hun recht? Het is nu al vechten tegen de bierkaai, en deze twee punten maken het nog moeilijker.

Toch steun ik de keuze van de ChristenUnie om te tekenen voor het hele boek, inclusief deze bladzijde. Omdat ik denk dat onze onderhandelaars hebben ingezien dat er geen optie was dan dat het ‘redelijke midden’ de boel bij elkaar houdt.

Mensenrechtenactivist Antonie Fountain zei hier terecht over dat op het terrein van asiel en migratie het redelijke midden “noch redelijk, noch midden” is. Daar heeft hij wat mij betreft gelijk in. In de H.J. Schoolezing van CDA-leider Buma konden we zien hoe ver deze partij is afgedwaald naar wij-zij-denken, naar de polarisatie tussen de “gewone Nederlander” en de “ander”. Zo’n partij was ooit het midden. Nu blokkeren zij samen met de VVD al twee kabinetten lang een oplossing voor een paar honderd gewortelde asielkinderen.


Mij laat de opmerking niet los die Gert-Jan Segers maakte in een interview met het ND: je vraagt je soms af of het iets uitmaakt dat we erbij zitten. Tot je bedenkt wat er was gebeurd als we er niet bij waren. Ik weet niet of hij specifiek op asiel doelde, maar ik kan me daar van alles bij voorstellen.

Stel dat de ChristenUnie, net als GroenLinks, was weggelopen om dit punt. Ik begrijp die keuze zeer. Maar de realiteit is zó ver naar rechts geschoven, dat ik je kan uittekenen wat het alternatief was: een rechts minderheidskabinet dat de asielparagraaf niet had geregeld met PvdA, GL en CU, maar met de SGP, Wilders en Baudet.

Ben ik daarom trots op dit compromis? Nee. Ben ik er gelaten of onverschillig over? Niets is minder waar. Eerder: ik realiseer me met verdriet en frustratie dat in onze maatschappij asielzoekers ongeveer dezelfde status hebben als ongeboren baby’s. Er is gewoon, hoe je ook het wendt of keert, geen meerderheid voor hun belang. Ja, het is een principekwestie. Ja, het gaat om kwetsbare kinderen. Ja, het gaat om leven en dood. En nee, er is geen meerderheid voor hun belang.

Dat is niet eens een kwestie van ‘accepteren’, laat staan van 'mede mogelijk maken'. Het is een kwestie van vaststellen, en erover treuren. Maar het mag nooit een reden worden om jezelf terug te trekken uit ‘the art of the deal’ die onze samenleving nodig heeft. Het mag nooit een reden worden om van deelnemer, toeschouwer te worden. Met het gelijk aan je kant, maar zonder resultaat in je handen.

Ik steun daarom dit regeerakkoord. Omdat ik de goede punten ècht goed vind, en dat zijn er heel veel. Omdat ik de manier van omgaan met verschillen in een tot op het bot verdeeld land die erin is afgesproken, ja, historisch vind. Maar ook omdat ik inschat dat de verslechtering die er ook in zit, op een dossier waarin het redelijke midden “noch redelijk, noch midden” is – ons behoedt voor een nog veel erger alternatief.

Daarom hoop ik dat we elkaar bij het wegen van het eindresultaat niet de maat gaan nemen over wat de zuiverste afweging zou zijn, maar dat we aan de slag gaan, lokaal, in de realiteit zoals die is, en in de uitvoering, situatie voor situatie, voor iedereen die dat nodig heeft ‘een spaak in het wiel van het onrecht steken’ (Bonhoeffer). Dat is wat mij betreft de deal, en daar teken ik voor.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De nationale gemeenschap: wat dan wel ? Er ontstond de afgelopen weken in kringen van de ChristenUnie nogal wat commotie over het essay ‘ Een goed verhaal over migratie ’ van WI-onderzoeker Laurens Wijmenga. De meeste aandacht werd getrokken door een citaat uit een boekje van predikant Ralston, die betoogt dat er naast de bijbelse denklijn over gastvrijheid voor vluchtelingen, ook zoiets is als een bijbelse denklijn waarin ‘ de samenhang en zuiverheid van de nationale gemeenschap centraal staan ’. Het was tekenend voor het huidige politieke klimaat dat direct alle triggers afgingen en iedereen in het gelid sprong om afstand te nemen van het woord ‘zuiverheid’. Het was tevens ironisch dat dezelfde mensen die door dit ene woord met mogelijke ‘boreale’ associaties zó werden getriggerd, zich tegelijk haastten te zeggen dat er in de ChristenUnie helemaal geen spanning of botsende visies rondom het thema ‘migratie’ bestaan . Tenslotte was het jammer, en dat hoop ik in dit blog aan te
  Wat echt telt Op zaterdag 30 januari congresseerde de ChristenUnie (digitaal) over haar nieuwe verkiezingsprogramma “Kiezen voor wat echt telt”. Als 'meedenker' was ik in verschillende samenstellingen betrokken bij het formuleren van amendementen en bij een aantal deelsessies in de week voorafgaand aan het congres. Ik heb genoten van de goede, inhoudelijke gesprekken en van de open interactie met Landelijk Bestuur en programmacommissie. De gesprekken, deelsessies en stemmingen op het congres gaven een interessant inkijkje in waar de partij (uiteraard naar mijn bescheiden mening) naartoe beweegt. In dit blog probeer ik daar chocola van te maken, en benoem ik een paar conclusies en een paar aanzetten voor vervolggesprek. We begonnen het congres met een in mijn optiek ijzersterk programma, dat op zo ongeveer alle terreinen die ertoe doen grote keuzes en structurele hervormingen voorstelt. Over dat programma hoorde ik grote overeenstemming. De gesprekken in de deelsessies g

En/en-mensen in een of/of-wereld

En/en-mensen in een of/of-wereld (deze blogpost is de tekst van de lezing die ik op 3 februari 2019 gaf tijdens het Spiritueel Café in de PKN-kerk in Voorschoten, naar aanleiding van het artikel "Wijnstokken en vijgenbomen" dat ik in de zomer van 2018 met Antonie Fountain en Gert-Jan Segers publiceerde in Groen, het tijdschrift van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie). Ik ben gevraagd om vanavond een paar gedachten met u te delen over ‘ Delen in de economie en in de samenleving’ . Die vraag komt voort uit een essay dat ik afgelopen zomer publiceerde samen met twee mensen die u waarschijnlijk beter kent dan u mij kent. Ik stel mezelf straks even voor. Het essay dat wij publiceerden, schreef ik samen met Antonie Fountain en met Gert-Jan Segers. U kent Antonie waarschijnlijk als mensenrechtenactivist. Hij is actief in het promoten van eerlijke en duurzame handel in de wereldwijde cacao-sector, was de oprichter van de Nederlandse tak van Stop the Tra