Wat echt telt
Op zaterdag 30 januari congresseerde de ChristenUnie
(digitaal) over haar nieuwe verkiezingsprogramma “Kiezen voor wat echt telt”.
Als 'meedenker' was ik in verschillende
samenstellingen betrokken bij het formuleren van amendementen en bij een aantal deelsessies
in de week voorafgaand aan het congres. Ik heb genoten van de goede,
inhoudelijke gesprekken en van de open interactie met Landelijk Bestuur en
programmacommissie. De gesprekken, deelsessies en stemmingen op het congres
gaven een interessant inkijkje in waar de partij (uiteraard naar mijn
bescheiden mening) naartoe beweegt. In dit blog probeer ik daar chocola van te
maken, en benoem ik een paar conclusies en een paar aanzetten voor
vervolggesprek.
We begonnen het congres met een in mijn optiek ijzersterk
programma, dat op zo ongeveer alle terreinen die ertoe doen grote keuzes en
structurele hervormingen voorstelt. Over dat programma hoorde ik grote
overeenstemming. De gesprekken in de deelsessies gingen vooral over de moties
en amendementen met een negatief pre-advies van het bestuur: onderwerpen waar
leden verschillen van mening met bestuur en programmacommissie, of met elkaar.
Juist deze onderwerpen geven een goed inkijkje in het gesprek over waar we
naartoe bewegen. In dit blog wijs ik drie trends aan.
Het sociaal-economische ei is gelegd
Als eerste viel me op dat van de kleine vijftig moties en
amendementen met een negatief pre-advies, er vrijwel niet één een verschil van inzicht op de economische “links-rechts”-as betrof. Het CU-programma, dat inzet
op structurele hervormingen richting een economie die werkt voor de samenleving
en dat zich enigszins links van het midden bevindt, heeft brede steun.
In plaats daarvan spelen de debatten zich vooral af op de
twee andere assen waarlangs de politieke tegenstellingen zich zijn gaan
concentreren. Enerzijds is dat de sociaal-culturele as (progressief vs. conservatief),
en anderzijds de as van ‘localist vs. globalist’, oftewel de ‘somewheres’ vs.
de ‘anywheres’. Waar echt verschil van opvatting is tussen leden en
partijleiding of tussen leden onderling, is dat op die twee assen.
Het sociaal-economische ei is gelegd.
De bijstellingen wijzen in meer dan één richting: er
is wat te kiezen
De debatten op de progressief-conservatieve as en op die van
localist-globalist wijzen in meer dan één richting. Van een ‘conservatieve’
partijleiding en een meer ‘progressieve’ achterban, of juist andersom, is geen
sprake. Deze meerduidigheid wordt bij meerdere grote thema’s zichtbaar. Ik noem
er vier.
Klimaat. De ChristenUnie is uitgesproken ambitieus
over de klimaattransitie. Op het congres was er flinke steun voor meerdere
amendementen die nog verder wilden gaan dan het bestuur op het vlak van de
reductie van fossiele brandstoffen, zoals de inkrimping van Schiphol (58%), en het
instellen van een minimumafstand voor Europese vliegreizen (42%).
De andere kant van de medaille is dat er óók grote steun was
voor het bijstellen van ons standpunt over kernenergie. Met een tweederde
meerderheid besloot het congres deze energievorm niet meer uit te sluiten van
de toekomstige energiemix. Met de eerste bijstelling (een ‘progressief’ geluid) kunnen we
prima een akkoord sluiten met partijen als GL en D66. Met de tweede (een ‘conservatief’
geluid) kunnen we dat evenzeer met de VVD, het CDA en de SGP.
Migratie. Het ChristenUnie-programma heeft een
ijzersterke mix van maatregelen die onze gastvrijheid onderstrepen (geen quotum,
decentraliseren van azc’s naar gemeenten, proactief uitnodigen van minimaal
5000 vluchtelingen) en maatregelen die grip willen aanbrengen op de
migratieketens (richtgetal voor arbeidsmigratie, diplomatiek offensief voor
terugkeerbeleid, Europese herverdeling van vluchtelingen en ontzien van
kwetsbare wijken bij de decentralisatie).
Het vraagstuk van de samenhang tussen asielbeleid en
integratiebeleid is echter beslist nog niet opgelost. Een amendement waaraan ik
heb meegeschreven dat nationale en Europese spreiding wil koppelen aan de
integratiecapaciteit van gemeenten (een ‘localist’ geluid), kreeg slechts steun
van krap een vijfde van de leden. Een amendement dat het leggen van een
koppeling tussen asiel- en integratiebeleid juist taboe wilde verklaren (een ‘globalist’
geluid), kreeg daarentegen óók slechts steun van krap een kwart. Het gesprek
over hoe we de relatie tussen asiel en integratie dan wél zien, begint dus pas
net.
Internationale samenwerking. De ChristenUnie heeft
altijd een euro-realistische koers gevaren en doet dat in het nieuwe programma
nog steeds, al is het onmiskenbaar (en wat mij betreft goed) dat we op een aantal
belangrijke terreinen wel degelijk de eigen rol van Europa volledig omarmen.
Het subsidiariteitsbeginsel is hierbij leidend.
Een aantal amendementen dat hierop een meer ‘globalist’
koerswijziging voorstelt, werd door het congres gedecideerd afgewezen. Voor een
groter mandaat voor de EU stemde slechts 23%, voor het onopgeefbaar verklaren
van de euro slechts 21% en voor het accepteren van eurobonds zelfs maar 16%. Voor
meer ‘conservatieve’ bijstellingen in de zin van versterking van NAVO en
Defensie was méér steun: ruim een derde van het congres stemde hier voor.
Aan de andere kant is er onmiskenbaar een beweging in het
denken over Israël en Palestina. Een drietal amendementen dat de koers minder ‘eenzijdig’
pro-Israël wilde maken (een meer ‘progressieve’ bijstelling), kreeg substantiële minderheidssteun: ook elk zo rond een derde van de leden. Na
twintig jaar is de ChristenUnie echt toe aan een goed nieuw gesprek over dit
onderwerp.
‘Culture
war issues’. Op
de meer ‘identitaire’ thema’s worden door verschillende (groepen) leden ook heel
verschillende accenten gelegd. Aan de ene kant was er overweldigende steun voor
een amendement dat naast het gevaar van rechtsextremisme en jihadisme ook dat
van linksextremisme wil benoemen (85%), en weinig animo voor het terugdraaien van
het verbod op gezichtsbedekkende kleding (19%) en voor kritiek op het koningshuis
(13%).
Aan de andere kant was er ook zeer weinig steun voor een
amendement dat een vrij vierkant statement over de Bijbel wilde opnemen (17%),
en wonnen milieuschade en dierenbescherming het duidelijk van ‘de traditie’ bij
een door tweederde van de leden gesteund landelijk vuurwerkverbod.
Samenvattend kun je zeggen dat de panelen op de
progressief-conservatieve en localist-globalist assen nog best in beweging
zijn, en dat de door de leden gesteunde of juist afgewezen bijstellingen in elk
van die vier richtingen bewegen. Wat mij betreft versterken die krachten elkaar
op het thema klimaat, waar we met het stevig inzetten op reductie van fossiel
en het uit de taboesfeer halen van kernenergie nu dé middenpartij van Nederland
zijn. Over asiel & integratie en over Israël & Palestina zullen we
intern juist stevig verder moeten praten.
We zijn geen getuigenispartij
De ChristenUnie heeft zich de afgelopen vijftien jaar
ontwikkeld van een getuigenispartij die zich met name op abortus en euthanasie
scherp activistisch opstelde, naar een brede middenpartij die altijd streeft naar
het nemen van verantwoordelijkheid en zoekt naar waar je wél kunt
samenwerken. Deze ontwikkeling heeft ons de unieke kans gegeven ‘to push above
our weight’ als het gaat over impact op ons regeringsbeleid. Een Gideonsbende.
Er ontwikkelt zich recent een beweging die opnieuw neigt
naar getuigenispolitiek en one-issue-activisme, waarbij asielbeleid het nieuwe
sjibbolet lijkt te zijn geworden, zoals medisch-ethische issues dat vroeger
waren. Nu behoor ik zelf tot de linkervleugel waar het gaat over asielbeleid (elk
van de door het congres aangenomen amendementen die nog een wat ‘linkser’
accent legden, hadden ook mijn stem). Toch was ik zeer opgelucht dat driekwart
van het congres een motie wegstemde om ‘nieuwe Moria-deals’ bij voorbaat al tot
breekpunt te verklaren.
In een land met 90 rechtse zetels zou dat slechts betekenen
dat je het hele asielbeleid aan VVD, CDA en Wilders laat, en dat je óók niet
meer aan tafel zit als je voor de poorten van de hel toch nog een kinderpardon
zou kunnen wegslepen. Politiek is dat schieten in eigen voet (júist voor wat betreft jeinzet voor asielbeleid) maar belangrijker: naar de tijd van
one-issue-activisme en schone handen, lege handen-politiek wil ik niet terug. Met de verkiezingsuitslag in de hand en de beste inschatting van onze onderhandelaars op het moment zelf, moeten we de keuzes maken die onze idealen het beste dienen.
En nu winnen.
We begonnen het congres met een ijzersterk programma, met veel steun van de leden. In de voorbereidingen en deelsessies zag ik levendige discussie, en de vorm die dat krijgt bevalt me: onze economische richting staat, qua progressief vs. conservatief en localist vs. globalist zijn er nog goede gesprekken te voeren en wordt er in meerdere richtingen bijgestuurd, maar een getuigenispartij die van één issue ‘the ring that rules them all’ wil maken, gaan we in ieder geval niet meer worden. Met dit programma en met de goede, betrouwbare mensen die onze kandidatenlijst bevolken hoop ik op een historisch resultaat in maart!
Reacties
Een reactie posten